De onverslaanbare zwarte atleet

Na enige schroom te hebben overwonnen vertelde wielrenner Gert-Jan Theunisse een paar jaar geleden een onthullend verhaal over een trainingsstage in Zuid-Afrika. Theunisse, op dat moment een van de beste grimpeurs van het profpeloton, beklom met een collega een steile heuvel en zag een zwarte man op een bestelfiets met dikke banden voor zich uitrijden.


Met stijgende verbazing merkte Theunisse dat hij - hoe hard hij ook reed op zijn high-tech fietsje - de Afrikaan niet kon inhalen. Want die versnelde steeds even als hij merkte dat de twee wielrenners hem naderden. Dat hij ook nog glimlachte terwijl hij omkeek, maakte het alleen nog fantastischer. Dit subtiele spel der vernedering ging kilometers door totdat de zwarte man afsloeg en verdween. Zo snel, dat ze hem niet eens een contract konden aanbieden.
-Wielrennen is een van de weinige grote sporten waarin zwarte atleten nog vrijwel onzichtbaar zijn. De reden is niet, zoals wel eens wordt geopperd, dat ze niet de goede spieren' hebben. Volgens UCI-voorzitter Hein Verbruggen is het zeer goed denkbaar dat we over tien jaar een klassiekerwinnaar uit het gebied ten zuiden van de Sahara kunnen begroeten. Dat dit nu nog niet zo is, heeft te maken met de geringe beschikbaarheid van trainingsfaciliteiten en -methodes en materiaal. Daar wordt nu overigens veel geld in gestoken. En het is slechts een kwestie van tijd, meent Verbruggen, voordat de uitslagenlijsten exotischer zullen worden.
Dat zwarte atleten uitblinken in een groeiend aantal sporten is iets dat niemand kan ontgaan. De oude White Men Can't Jump-basketbalgrap blijkt te kloppen voor veel sporten. In vrijwel alle disciplines waarin explosiviteit, pure snelheid en springkracht beslissende factoren zijn, komen blanke en Aziatische atleten te kort.
Donkere atleten domineren álle loopnummers, van de sprint (sporters van West-Afrikaanse afkomst) tot de lange afstand (sporters van Oost-Afrikaanse origine). NBA-basketbal is inmiddels tachtig procent zwart, American Football 65 procent zwart en boksen bijna honderd procent, hoe hard het establishment ook smeekt om een Great White Hope. Als zwarten in de toekomst meer toegang krijgen tot nu nog door blanken gedomineerde sporten als fietsen, zwemmen, turnen etc. zal ook daar, zo is de verwachting, een revolutie plaatsvinden. Wie echter zoekt naar een verklaring voor die ontwikkeling, verdwaalt al snel in een mijnenveld van raciale gevoeligheden.
De Amerikaanse journalist Jon Entine schreef vorig jaar het boek Taboe: Waarom zwarte atleten sport domineren en waarom we bang zijn om daarover te praten en bevond zich onmiddellijk in het middelpunt van een controverse. Zijn stelling - en hij droeg daar overtuigende argumenten voor aan - was dat zwarten genetisch beter aangelegd zijn voor veel sporten. Met andere woorden: zwarte superioriteit is aangeboren. Hij wees daarbij onder andere op de gemiddeld grotere botdichtheid van het skelet, het efficiëntere spierstelsel, het grotere vermogen om zuurstof op te nemen, een hoger liggend zwaartepunt (meer flexibiliteit), minder lichaamsvet en een langere spanwijdte van de armen.
Bekend ook zijn de citaten van Carl Lewis ("wij zijn beter gebouwd') en Arthur Ashe ("wij zwarten hebben iets dat ons een voordeel bezorgt'). Ashe tekende daar echter bij dat zijn hersens dat zeiden, zijn hart protesteerde heftig. En daarmee raakte hij de kern van het taboe. Want ook nu het bewijsmateriaal voor zwarte sportsuprematie zich opstapelt, is er veel weerstand tegen de stelling dat dit van nature' zo is.
Erich Ribbeck zorgde vorig jaar nog voor een rel toen hij zich tijdens Euro 2000 tegenover een Engelse krant liet ontvallen dat de kracht van Oranje was te danken aan vijf dominante zwarte spelers en dat je kleurenblind moest zijn om dat te ontkennen. De Surinaamse Studio Sport-journalist Umberto Tan was het daar niet mee eens. Waarbij hij wees op Brits en Frans Guyana, buurlanden van Suriname, die nog nooit wereldklassespelers hebben geproduceerd terwijl de genetische make-up van de inwoners hetzelfde is.
De huidige trainer van Arsenal, Arsene Wenger, zegt ronduit dat zwarte spelers een superieure dimensie' toevoegen aan voetbal. "Zij beantwoorden aan de eisen van explosiviteit en snelheid die coaches zoeken. Niemand kan dat tegenspreken als je kijkt naar Anelka, Henry of Wiltord'. De bekende zwarte sociologie-professor Harry Edwards noemt de stelling van aangeboren zwarte superioriteit "onzinnig' en het boek van Entine "crypto-nazistisch'. Op de vraag hoe het dan kan dat er zo weinig blanken staan op posities in het veld waar explosieve snelheid gewenst is, zei hij: "Om dezelfde reden waarom er weinig zwarte piloten zijn. Het zijn sociale en culturele omstandigheden die de vooruitzichten om iets te worden bepalen. Niet de genetische factoren'.
Edwards is duidelijk. De economische achterstand van zwarten in Amerika en Afrika kan vaak alleen maar weggewerkt worden via sport. Het gevolg daarvan is dat zwarte atleten over het algemeen meer ambitie hebben en ook veel harder trainen dan blanken. Want ze weten dat ze beter moeten zijn om te worden geaccepteerd. Niet alleen Edwards maar ook de zwarte Amerikaanse atletiekcoach Brooks Johnson meent dat dát het geheim is van de zwarte overmacht. "Blanken hebben zichzelf gehersenspoeld. Ze denken dat zwarten beter zijn in bepaalde sporten. En dat zorgt ervoor dat blanken inderdaad minder goed zijn,' zegt Johnson.
-Toch zijn er statistieken die duiden op andere factoren. Neem de bevolking van de Great Rift Valley in Kenia. Die vormt eenduizendste deel van van de totale wereldbevolking. Maar atleten uit deze streek winnen wel veertig procent van alle internationale loopwedstrijden en veroveren drie keer zoveel medailles als atleten uit welke andere natie dan ook. De kans dat dit helemaal niets te maken heeft met erfelijke aanleg is te verwaarlozen klein, zoals een recent Deens onderzoek nog eens aantoonde.
Praten over zwarte superioriteit in sport blijft echter een geweldig probleem. Antropologen en sociologen zoals Edwards wijzen op het gevaar dat als je eenmaal accepteert dat zwarten in fysiek opzicht superieur zijn aan blanken, de deur ook open gaat voor de omgekeerde gedachte dat ze daarom intellectueel wel de mindere zullen zijn. En inderdaad blijkt dat men in racistische kringen best bereid is te erkennen dat zwarten beter zijn in sport omdat dit in hun ogen bewijst' dat ze op de evolutieladder lager (lees: dichter bij dieren) staan dan blanken. Dat is ook precies de verklaring die de nazi's gebruikten toen Jesse Owens de mythe van suprematie van het Arische ras in Berlijn 1936 aan flarden liep. Ook om die reden is het, zo wordt vaak gezegd, geen onderwerp om in zwart/wit-termen te bespreken.

zaterdag, 06 januari 2001

© Dagblad De Limburger

Reageer op dit artikel
(alleen brieven met duidelijke vermelding
van naam en adres komen in aanmerking voor plaatsing)